Kerkelijke Provincie Keulen
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Kerkelijke Provincie Keulen

De Kerkelijke Provincie Utrecht
 
IndexPortaleZoekenLaatste afbeeldingenRegistrerenInloggen

 

 [Vertaald]Het Leven van Aristoteles - Hoofdstuk V

Ga naar beneden 
AuteurBericht
Nikolaj Rostov
Overleden
Nikolaj Rostov


Aantal berichten : 1123
Registration date : 04-07-08

[Vertaald]Het Leven van Aristoteles - Hoofdstuk V Empty
BerichtOnderwerp: [Vertaald]Het Leven van Aristoteles - Hoofdstuk V   [Vertaald]Het Leven van Aristoteles - Hoofdstuk V Icon_minitimedi dec 02, 2008 11:50 pm

Hoofdstuk V

De Dwaling – Waarin Aristoteles hooghoudt dat het niet verstandig is om tot meerdere goden te bidden en dat, zoals in alles, eenheid te prefereren is boven verdeeldheid.

Toen Aristoteles 15 jaar oud was, verloor hij zowel zijn vader als zijn moeder en werd hij toevertrouwd aan het toezicht van het dichtstbijzijnde familielid, Proxene, die woonde in een afgelegen regio tussen Srageira en Athene. De jonge wees werd opgeleid met zwaar werk op het land. Hij haalde hier weinig voldoening uit, want hij was er van overtuigd dat er meer uit zijn intellect te halen was dan uit zijn handen.

Vaak ontmoette hij de eenvoudige boeren die voor Proxene werkte. Hij bewonderde hen zeker voor hun eenvoud, zo ver verwijderd van de weelderige glorie en luxe, welke, zo hij aanvoelde, leidde tot zonde. Aristoteles was echter verbaasd over hun gewoontes.

Op een dag zag hij een van hen bidden. Aristoteles herinnerde zich zijn laatste gesprek met Epimanos en betrapte de boer op een fout.


Aristoteles: Aan wie richt je je gebed, goede man?

De boer: Tot de goden, mijn jonge vriend.

Aristoteles: Tot de goden? Maar wie zijn zij?

De boer: Zij zijn Aphrodite, Apollo, Ares, Artemis, Athena, Demeter, Dionysus, Hades, Hera, Hermes, Hephaestus, Poseidon, en de belangrijkste Zeus. Zij wonen allen op de berg Olympus.

Aristoteles: Waar is deze Olympus?

De boer: Het is een prachtige stad gelegen op de top van een berg die niemand heeft weten te beklimmen. Heb je de berg Athos gezien? Olympus is nog hondermaal of duizendmaal hoger, iets in die grootte.

Aristoteles: Heb je ooit geprobeerd deze berg te beklimmen? Ben je niet benieuwd hoe deze goden er uit zien, de goden tot wie je elke dag bid?

De boer: Oh nee jongeman, ik ben slechts een eenvoudige boer. Mijn plaats is hier, niet op Olympus.

Aristoteles: Maar, hoe kan je geloven in de echtheid van deze goden, als je deze nog nooit met eigen ogen hebt aanschouwd.

De boer: Omdat ik geleerd heb dat zij bestaan, en dat ik tot hen moet bidden opdat mijn oogst goed zal zijn en mijn koeien dik.

Aristoteles: Dat is vreemd, je bidt niet uit liefde voor het Goddelijke maar voor je wereldlijke behoeftes. Ik vind het irrationeel om het geestelijke te vragen voor het materialistische. Maar om eerlijk te zijn is dat niet het enig irrationele wat je gezegd hebt.

De boer: Dus je neemt het me nog steeds kwalijk?

Aristoteles: Er is een ding wat ik niet begrijp; waarom zou je tot meerdere goden bidden?

De boer: Zoals ik al zei, zo heb ik dat geleerd. Er zijn meerdere Goden en die zijn er al sinds het begin der tijden.

Aristoteles: Dat maakt het onnodig moeilijk. In plaats van tot meerdere goden te bidden zou het niet praktischer zijn om dit tot een te doen?

De boer: Je begint me te irriteren, jonge reiziger. Kan ik jou wat vragen? Ik vraag je of je een lange of een korte broek draagt. Laat me nu rustig mediteren.

Aristoteles: Oh nee, dat doe ik niet. Je moet eerst toegeven, goede man, dat bidden tot een god logischer is. Wat verwacht je van een god die niet Almachtig en Alwetend is? Door meerdere goden te danken, is de kracht te verdelen in stukjes die ook in een verenigd zou kunnen zijn. Ik geloof dat in alles eenheid beter is dan verdeeldheid.

De boer: Misschien.

Aristoteles: Nee echt, de Goddelijke Eenheid is een enkelvoudig geheel, en de Goddelijke Eenheid is gelijk aan perfectie, en daarom is perfectie verenigd in Een. Eenheid is de ideale vorm van alles.

De boer: Ho, stop maar jongeman, ik ben veel te dom voor deze onzin. Ik ben zeker geen belezen man. Als ik je een advies mag geven, laat je me dan met rust?

Aristoteles: Goed, dat is afgesproken.

De boer: Als het van Proxene mag, neem je de weg naar Athene, daar zal je een professor vinden die je kan aanhoren. Zijn naam is Plato.

Aristoteles: Dank je, goede man.


Toen Aristoteles 18 lentes oud was, stuurde Proxene hem naar Athene. De arme boer was opgetogen hem te zien gaan.

Vertaald door Say911

Goedgekeurd door de Eerste Scriptor der Aristotelische Vertalers op den 2de december in het jaar van onze Heere 1456
Terug naar boven Ga naar beneden
 
[Vertaald]Het Leven van Aristoteles - Hoofdstuk V
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» [vertaald] Het leven van Aristoteles (Hoofdstuk 1)
» [vertaald]Het Leven van Aristoteles - Hoofdstuk VI
» [Vertaald]Leven van Aristoteles: Deel I - Hoofdstuk XIV
» [Vertaald]Het leven van Aristoteles, boek I hoofdstuk IV
» [Vertaald]Leven van Aristoteles: Boek I - Hoofdstuk III

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Kerkelijke Provincie Keulen :: De Bibliotheek :: Scriptorium-
Ga naar: