Kerkelijke Provincie Keulen
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Kerkelijke Provincie Keulen

De Kerkelijke Provincie Utrecht
 
IndexPortaleZoekenLaatste afbeeldingenRegistrerenInloggen

 

 De belegering van Aornos - Hoofdstuk V

Ga naar beneden 
AuteurBericht
Nikolaj Rostov
Overleden
Nikolaj Rostov


Aantal berichten : 1123
Registration date : 04-07-08

De belegering van Aornos - Hoofdstuk V Empty
BerichtOnderwerp: De belegering van Aornos - Hoofdstuk V   De belegering van Aornos - Hoofdstuk V Icon_minitimewo apr 06, 2011 11:52 am

Citaat :
De belegering van Aornos – Hoofdstuk V

Na die verschrikkelijke nacht, toen veel van onze troepen werden gedecimeerd, deed Aristoteles een beroep op Alexander en overtuigde hem ervan dat hij de Grote Manitou van de stad zou trotseren in een tweegevecht om zo de stad in handen te krijgen. De Macedonische koning was niet erg enthousiast over dit voorstel, maar we hadden te grote verliezen geleden om een nieuwe aanval uit te voeren. Alexander vond echter dat dit probleem toch opgelost moest worden en stuurde daarom Aristoteles en mij, gewapend met witte doeken in de hoop niet te worden getroffen door de pijlen van de boogschutters, naar de poorten van de stad. Ik beken dat ik op dat moment echt dacht dat wij onze dood tegemoet reden. Bij de poorten aangekomen riep Aristoteles naar de bewakers op de muren: “Laat ons binnen! Ik ben Aristoteles en ik kom onderhandelen met de Grote Manitou, de kosmische slang!”

De stadspoorten werden voor ons geopend, zodat wij konden passeren, om daarna door de verschillende straten en gebieden te worden meegenomen naar de voet van de tempel. Daar werden we meegenomen naar Manitou. Toen we voor hem stonden kon ik in zijn ogen de woede zien gemengd met een greintje trots en plezier omdat hij de troepen van Alexander zo zwaar had teruggeslagen tijdens de aanval van de Macedonische koning. De Manitou leek iets van Aristoteles te verwachten en het was duidelijk dat de filosoof al zijn wijsheid gebruikte om zijn kans te grijpen de man met een vriendelijke stem toe te spreken:
“Grote Manitou hier ben ik dan weer: je wilt dat ik zal schrijven over Aornos, zodat de stad niet in de vergetelheid raakt en dat de stad zijn sporen in de geschiedenis van deze aarde zal achterlaten. Hierbij daag ik u uit tot een publiekelijk gevecht in het oratorium, zodat uw mensen kunnen aanschouwen wat het lot zal zijn van Aornos. Als u wint zal ik schrijven over de stad. Verliest u dan zullen u en uw mannen deze stad voor altijd moeten verlaten!”. De snor was verbaasd en antwoordde met een ongezonde glimlach:
“Zo zal het zijn! Als u wint schrijft u over onze stad en laat u ons daarna met rust. Morgen zullen wij een steekspel houden op het plein voor de tempel.” Na deze woorden hebben wij de nacht doorgebracht in de tempel van Aornos.

De volgende dag gingen we naar het openbare plein voor de tempel. Onderweg bleef Aristoteles maar zeggen: “Hier is het moment waarop waarheid en overreding moeten overheersen, redeneren tegenover retoriek.”
Toen we bij het plein aankwamen werden we overmeestert door een wraakzuchtige menigte, die ons omcirkelde en de filosoof op de grond gooide. Ik haastte me naar hem toen en hielp hem met opstaan. De cirkel werd tijdelijk onderbroken en uit de opening kwam de grote baas het plein op gelopen met een brede glimlach. Hij riep naar ons: “Hebt gij uw God nodig om ons te laten zien dat u belachelijk zult vallen?”

Aristoteles groette de grote snor en gebaarde vervolgens naar mij dat ik uit zijn buurt moest. Voordat ik maar kon protesteren werd Aristoteles beet gegrepen door een bewaker die hem weer op de grond duwde. Ik probeerde nog mijn meester te bereiken maar ik werd door een aantal bewakers tegen gehouden, waardoor mijn pogingen vergeefs bleken. Ik zag hoe Aristoteles niet toegaf aan het geweld en ik hoorde de grote snor tot hem zeggen: “Waarom verdedigd u uzelf niet, in plaats van zo te lijden? U vroeg om een retorische strijd, dus waarom praat u niet! Als u blijft zwijgen dan ben ik van mening dat dit gevecht klaar is en dat u, uw woord moet houden door te schrijven over de stad.”
Aristoteles keek naar de man en antwoordde hem: “Waarom houdt u een toespraak terwijl u, uw tegenstander zo vernedert? Wat voor glorie is er in het hebben van plezier terwijl uw vijand op de grond wordt gegooid en zo een debat wordt voorkomen? Uw bent een slechte gids voor uw mensen.”
De Grote Manitou’s gezicht werd rood van woede en hij antwoordde: “Het volk is van mij. Ik ben het onderwerp en het werkwoord. Zij hoeven daar niets aan toe te voegen”
Aristoteles, gewapend met een lucht van tevredenheid antwoordde hem: “Inderdaad, als de mensen een zin zouden zijn dan was de leider het onderwerp en het werkwoord, maar het is nog steeds noodzakelijk dat alles goed wordt gecombineerd om het zinvol te maken, deze goede combinatie, het alles, zie ik in God!”

Ik stond niet ver van het schouwspel en kon duidelijk zien wat er gaande was. Aristoteles, geconfronteerd met de grote baas en beiden omringt door bewakers die een menigte van wrede en bloeddorstige omstanders op een afstand hielden. Toen zag ik dat de menigte langzaam begon te veranderen. Zij begonnen meer en meer te luisteren naar de filosoof, wiens woorden meer charismatisch waren dan die van hun groteske besnorde leider die roodgeverfd leek van frustratie en zich steeds belachelijker stond te maken. Zijn ogen waren vol met haat en Aristoteles merkte dit op. Hij hintte: “Wat nu, verliest de grote gids zijn zelfbeheersing?”

In zijn wijsheid, hij kon de verandering van de menigte duidelijk bemerken, richtte de filosoof zich tot de menigte: “Burgers van Aornos, kijk naar de woning van uw leider, kijk naar hem zelf. Kijk naar zijn rijke kleding en de manier waarop hij zich gedraagt. Dit alles zit vol met corruptie! Kijk eens wat een minachting hij voor u toont!”
Manitou merkte dat de winden in zijn nadeel begonnen te waaien en draaide zich in een vlaag van woede om naar een bewaker. Hij greep een dolk en wierp zich op Aristoteles, vastbesloten het duel voor eens en altijd te beëindigen. Hij schreeuwde met vele stemmen: “Wij zullen wel eens zien waar uw verstand zit!”

Door gebruik te maken van het geweld en het gewicht van zijn tegenstander draaide Aristoteles zich om en greep de arm van zijn tegenstander beet en liet zo de dolk uit diens hand vliegen. Vervolgens deelde hij een fatale klap uit. De Manitou viel met een zware klap, in een uitbarsting van stof, op de grond en de menigte juichte Aristoteles toe. Deze richtte zich tot de menigte en sprak met een stem vol van vertrouwen: “Zie hier dat ik uw leider versloeg terwijl hij pogingen ondernam met zijn dwaze lusten mij te verslaan!” Vervolgens wendde hij zich tot Manitou die voor hem lag: “U bent een speeltje van uw luiheid en uw kleine hersenen zijn een weerspiegeling van de ziekte die Aornos in zijn macht heeft! Aornos zal voor eeuwig de gevolgen dragen van uw incompetentie!”
Tot slot spreidde hij zijn armen en richtte zich tot de feestende menigte: “Aornos, wordt wakker en laat geen van deze beruchte schurken meer met u spelen!”

De gevallen leider krabbelde met moeite overeind en keek naar Aristoteles. Vervolgens gaf hij het bevel hem te doden. De bewakers stonden op het punt Aristoteles te vermoorden toen de menigte in opstand rond het schouwspel in opstand kwam en zich op de bewakers stortte. De bewakers werden op de grond gesmeten en hun armen werden afgehakt. Snel wurmde ik mij door de menigte heen en greep Aristoteles beet. De tijd was gekomen dat wij moesten vertrekken.

Zo eindigde de belegering van Aornos met een overwinning van Aristoteles op een tiran die zijn volk zonder samenhang en met woede had uitgebuit. De Manitou werd, samen met zijn bewakers die nog steeds trouw aan hem waren, uitgemoord door de woedende menigte. Aristoteles werd door de menigte naar de poorten van de stad gedragen als een held en overwinnaar van het kwaad. Alexander werd sprakeloos bij het zien van dit schouwspel en moest opnieuw erkennen dat het talent en het geloof van zijn vriend van onschatbare waarde waren. De Macedonische koning gaf zijn resterende troepen het bevel om Aornos binnen te trekken. Aristoteles verzekerde het volk dat, wanneer zij zich lieten bekeren en weer de weg van Jah zouden gaan volgen, het goede zou triomferen over het kwaad.
Terug naar boven Ga naar beneden
 
De belegering van Aornos - Hoofdstuk V
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» De belegering van Aornos - Hoofdstuk I
» De belegering van Aornos - Hoofdstuk II
» De belegering van Aornos - Hoofdstuk III
» De belegering van Aornos - Hoofdstuk IV
» De belegering van Aornos - Hoofdstuk VI

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Kerkelijke Provincie Keulen :: De Bibliotheek :: Scriptorium-
Ga naar: