Kerkelijke Provincie Keulen
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Kerkelijke Provincie Keulen

De Kerkelijke Provincie Utrecht
 
IndexPortaleZoekenLaatste afbeeldingenRegistrerenInloggen

 

 [Vertaald]Boek IV: De Rechtspraak van de Kerk

Ga naar beneden 
AuteurBericht
Nikolaj Rostov
Overleden
Nikolaj Rostov


Aantal berichten : 1123
Registration date : 04-07-08

[Vertaald]Boek IV: De Rechtspraak van de Kerk Empty
BerichtOnderwerp: [Vertaald]Boek IV: De Rechtspraak van de Kerk   [Vertaald]Boek IV: De Rechtspraak van de Kerk Icon_minitimewo aug 12, 2009 10:24 pm

Citaat :
De Rechtspraak van de Kerk

Art 1. Overtredingen

1. De rechtspraak van de Kerk is toepasbaar in de volgende gevallen: ketterij, schisma, afvalligheid, belediging of laster van de kerk, haar onderdelen, haar leden of haar leer.

2. Kerkelijke rechtspraak behandelt alle overtredingen van de bepalingen van de Canonieke wet, in het bijzonder de insubordinatie van geestelijken ten opzichte van hun hiërarchie.

3. Ketterij bestaat uit de afwijzing van het geheel van, of deel van, het Aristotelische dogma.

4. Schisma bestaat uit een aanval op de eenheid van de Aristotelische Kerk door verschillende leden van de geestelijkheid.

5. Afvalligheid bestaat uit één of meer acties van verloochening van het Aristotelische Geloof door een gedoopte Aristoteliaan.

Art 2. Bestraffing

1. In alle gevallen is het doel van een proces dat voor de rechtspraak van de Kerk is gebracht het ontvangen van hetzij het berouw van hetzij afzwering van zijn acties door de veroordeelde.

2. De bestraffing moet in proportie staan ten opzichte van het vergrijp en moet de mogelijkheid van oprecht berouw in overweging nemen.

3. De bestraffing worden alleen uitgesproken tegen hen die geen berouw hebben getoond, noch hun misdaad hebben afgezworen of tegen diegene die terugvalt in dezelfde zonde of de persoon die niet oprecht was in berouw of afzwering; met andere woorden vals berouw of afzwering toonde.

De bestraffing voor prominenten of edellieden:

  • Publiekelijke verontschuldiging;
  • Pelgrimstocht;
  • Onderhoud van de armen;
  • Het dragen van het kruis
  • Publiekelijke geseling;
  • De tijdelijke of permanente verbanning uit het bisdom waarin het vergrijp was gepleegd;
  • De nietigverklaring van plichten en privileges ten opzichte van de Kerk;
  • Excommunicatie of ban;
  • Afgesloten en eenzame opsluiting.


4. Iemand die obstinaat is en teruggevallen is kan met of zonder advies worden uitgeleverd aan de wereldijke ordehandhavers.

5. Iedere tijdelijke autoriteit die weigert de heilige taak uit te voeren van het verlenen van assistentie aan de rechtspraak van de Kerk in haar strijd voor de triomf van het geloof kan als medeplichtige van de veroordeelde aangewezen worden en kan, in de hoedanigheid van een publiek figuur, voor de pauselijke rechtbank gedaagd worden.

6. Een veroordeelde die de juiste bestraffing die hem was opgelegd niet ondergaat wordt legaal gezien als obstinaat.

7. De Kardinaal Primaat of de Vidame van de kerkelijke provincie op het gebied waar de uitspraak heeft plaats gevonden heeft de verantwoordelijkheid zorg te dragen voor de juiste uitvoering ervan.

8. Excommunicatie: Excommunicatie is de zwaarste straf voor een Aristoteliaan; hij verliest al zijn rechten als een Aristoteliaan, inclusief alle ambten die hij uitvoert binnen de kerk en alle sacramentele eigenschappen, zoals het gedoopt zijn, getrouwd zijn of geordend zijn tot priester. In Holland kan de staat van excommunicatie slechts opgeheven worden door de Paus, de Curia of de ESPC (afhangend van wie de excommunicatie oorspronkelijk heeft opgelegd).

8-bis De geestelijkheid en de Geëxcommuniceerde:
Omdat er geen omgang kan zijn tussen het licht en het duister mag een lid van de geestelijkheid geen enkele relatie hebben met de geëxcommuniceerde, tenzij de geëxcommuniceerde vraagt om vergeving. Dit houdt onder meer in dat een lid van de geestelijkheid niet mag verschijnen op een politieke lijst van kandidaten tezamen met een geëxcommuniceerde. Daarbovenop, leden van de geestelijkheid zouden in het algemeen de geëxcommuniceerde moeten mijden in publieke gelegenheden, zodat deze de noodzaak leert om berouw te tonen.

Als een geëxcommuniceerd lid vergeving zoekt, mag het lid van de geestelijkheid hem van raad voorzien en hem terugleiden naar de Aristotelische vriendschap. Het lid van de geestelijkheid zal het toegestaan zijn met hem te spreken tot de tijd dat de Curia of de ESPC het besluit maakt de sancties van de geëxcommuniceerde wel of niet op te heffen.

9. De doodstraf: de Kerk bestraft geen enkel mens met executie. Zoals boven in de vierde alinea werd gesteld, de obstinate en teruggevallen personen moeten overgegeven worden aan de wereldlijke autoriteit. In bepaalde, extreme gevallen kan de kerkelijke rechtbank de tijdelijke autoriteiten adviseren om er op een definitieve manier voor te zorgen dat de schuldige de Aristotelische Gemeenschap nooit meer kwaad zal berokkenen…

Dagelijks Recht

Art 3. Bisschoppelijke officieën.

1. Officieën zijn bisschoppelijke rechtbanken die belast zijn met het, binnen de bisdommen, opleggen van de naleving van de principes van het ware geloof en de kerkelijke orde. Ieder bisdom, hetzij een suffragaan (onder-bisdom) hetzij een aartsbisdom, kan een officialiteit hebben. Als een suffragaan bisdom geen officialiteit bezit valt deze onder de officialiteit van het aartsbisdom.

2. Officieën zijn alleen gekwalificeerd in het geval van vergrijpen die gepleegd zijn in het eigen bisdom.

3. De geselecteerde bestraffing blijft van kracht wanneer de veroordeelde het bisdom waarin deze was veroordeeld verlaat. De bisschop van het bisdom waar de veroordeelde mogelijk toevlucht zoekt is verplicht de bestraffing toe te passen in de plaats van de officialiteit die de uitspraak heeft gedaan.

4. De verdediging van de officialiteit is verzekerd door een kerkelijke aanklager, of er nu een aanklacht is ingediend of niet.

5. De kerkelijke aanklager dient een lid te zijn van de Aristotelische geestelijkheid en een training gevolgd te hebben hetzij aan de seminarie van de Congregatie van de Heilige Inquisitie, hetzij aan de seminarie van een religieuze orde die door de Congregatie van de Heilige Inquisitie gemachtigd is het onderwijs in de canonische wet te geven. De kerkelijke aanklager wordt voor het leven benoemd door de bisschop van het bisdom waarin de officialiteit zetelt. Hij kan slechts van functie ontheven worden door een speciale beslissing van de Inquisitie Kardinaal.

6. De kerkelijke aanklager is verantwoordelijk voor de leiding van de rechtzaak, die hij in het geheim uitvoert. Hij voegt het bewijsmateriaal tezamen, ondervraagt de partijen en getuigen en verzamelt getuigenissen. Hij oordeelt over de gepastheid van de voortzettingen, schrijft en zorgt voor de voordraging van de akte van beschuldiging. Het is niet toegestaan gebruik te maken van de ondervraging.

7. De beklaagde heeft het recht om vertegenwoordigd te worden door een advocaat van Aristotelische overtuiging, kerkelijk of niet, in het stadium van lastgeving en in de rest van de, daaropvolgende, procedure.

8. Het totale dossier van lastgeving moet doorgegeven worden aan de verdediging als en wanneer dit verzocht wordt.

9. De rechtzaak wordt voorgezeten door de bisschop, geassisteerd door een functionaris en de vidame van de kerkelijke provincie waar deze zetelt. De functionaris wordt, uit de leden van de geestelijkheid van het bisdom waarvoor hij verantwoordelijk is, door de bisschop benoemd voor het leven. In de afwezigheid van de vidame zal er gezorgd worden voor de nominatie van een tweede functionaris onder dezelfde omstandigheden als de eerste.

10. De rechtbank hoort, publiekelijk, het pleidooi van de kerkelijke aanklager en de verdediging.

11. Het oordeel wordt gegeven en de straf uitgesproken na beraad van de bisschop, wie er bij voorbaat voor zorgt de mening van zijn assistenten te horen.

12. In geval deze schuldig wordt verklaard kan de beklaagde in hoger beroep gaan bij de pauselijke rechtbank van de inquisitie. Als dit het geval is stuurt de kerkelijke aanklager het gehele dossier naar de pauselijke rechtbank.

13. De kerkelijke aanklager kan naar eigen oordeel in hoger beroep gaan tegen de beslissing van de officialiteit bij de pauselijk rechtbank.

Art 4. Pauselijke rechtbank.

1. De pauselijk rechtbank wordt voorgezeten door de Paus, of, in zijn afwezigheid door de Kardinaal Kamerheer, geassisteerd door twee kardinalen van de Engelstalige Pauselijke Raad. Een kardinaal bisschop of aartsbisschop die, in het eerste geval, heeft gezeteld in de rechtbank waarover hoger beroep wordt aangetekend kan geen deel uitmaken van de pauselijke rechtbank betreffende dezelfde zaak. In een dergelijk geval moet een cardinal uit de curia hem vervangen in de rechtbank.

2. De pauselijke rechtbank komt samen:
- in laatste geval in oproep van de beslissing van bisschoppelijke officieën.
- in het eerste geval in zaken betreffende publieke figuren, exclusief onder bevoegdheid van een karindaal
- in het eerste geval in zaken betreffende, als beklaagden, een of meerdere kardinalen, onder bevoegdheid van de Paus of één van hun collega kardinalen.

3. In het geval van onachtzaamheid van een bisschoppelijke officialiteit kan de rechtbank overwegen de eerste en laatste autoriteit van een persoon in te nemen, onder bevoegdheid van een kardinaal.

4. Een publiek figuur is een raad, een hertogdom, een religieuze orde of pauselijk recht, een publieke instelling of enig ander soort georganiseerde vereniging.

5. De instructie van de rechtszaak wordt, in het geheim, gegarandeerd door één van de leden van de pauselijke rechtbank aangewezen hiervoor door de Paus, of, in zijn afwezigheid, door de Kardinaal Kamerheer. Deze kardinaal instructeur voegt het bewijsmateriaal samen, ondervraagt de partijen en de getuigen en verzameld getuigenissen. Hij oordeelt over de gepastheid van de voortzettingen, schrijft en zorgt voor de voordraging van de akte van beschuldiging. Het is niet toegestaan gebruik te maken van de ondervraging.

6. De aanklacht wordt collectief uitgedragen door de pauselijke rechtbank. Het luistert, in het gezicht, naar het pleidooi van de verdediging, die het recht heeft zich te laten vertegenwoordigen door een advocaat onder dezelfde voorwaarden als die beschreven in artikel 3, subparagraaf 7.

7. Het totale dossier van lastgeving moet doorgegeven worden aan de verdediging als en wanneer dit verzocht wordt.

8. Het oordeel wordt gegeven, na beraadslaging, door de heersende Paus, of in zijn afwezigheid in Engeland en Schotland door de Kardinaal Kamerheer. De beraadslagingen worden bepaald door de wet van de meerderheid.

9. Het oordeel van de pauselijke rechtbank geeft geen mogelijkheid tot hoger beroep, behalve als de heersende Paus, of, in zijn afwezigheid in Engeland en Schotland, de Kardinaal Kamerheer, anders beslist.

10. Het oordeel moet één week na de lezing van de akte van beschuldiging uitgesproken worden.

11. Een oordeel dat een publiek figuur betreft raakt in totaal alle individuele leden hiervan, plus de mensen die zichzelf als lid verklaren.

Art 5. Hoge kerkelijke Rechtbank.

1. De hoge rechtbank heeft de verantwoordelijkheid van het nagaan van het juiste gebruik van de procedures in gebruik bij de lage rechtbanken. Het biedt de garantie van de goede toepassing van de wetsbepalingen van de canonische wet.

2. De hoge rechtbank bestaat uit het volledige college van kardinalen.

3. De hoge rechtbank wordt opgeroepen door een kardinaal wanneer, in een beëindigde zaak, alle mogelijkheden voor hoger beroep zijn uitgeput. De overname van de zaak door de hoge rechtbank schort de toepassing van de straf niet op, behalve als de seculiere macht het oordeel der brandstapel heeft geëist, in welke zaak de uitvoering hiervan opgeschort dient te worden, terwijl er gewacht wordt op een belissing van de hoge rechtbank.

4. De hoge rechtbank beoordeelt in wet. Het ligt niet bij deze rechtbank om de legale kwalificaties van de feiten waarover geklaagd is na de veroordeling te herzien. Het controleert slechts de documenten over de procedure en de zwaarte van de opgelegde straf.

5. De hoge rechtbank komt tezamen voor de voorzittende officier van het tribunaal waar het laatste oordeel is uitgesproken. Deze moet lijfelijk aanwezig zijn en legt een rapport over waarin hij zijn beslissing rechtvaardigd.

6. De hoge rechtbank maakt beslissingen gebaseerd op de meerderheid, een week, op zijn hoogst, na de presentatie van het rapport. De belissingen gemaakt door de hoge rechtbank staan niet open voor hoger beroep. Het oordeel wordt geïntroduceerd als regelingen voor de goede toepassing van de canonische wet.

7. Als de hoge rechtbank zijn afkeurig uitspreekt over een beslissing van een lage rechtbank heeft deze de verplichting het dossier te heropenen en te oordelen in overeenstemming met de aanbevelingen van de hoge rechtbank.


Laatst aangepast door Nikolaj Rostov op do aug 13, 2009 9:18 pm; in totaal 1 keer bewerkt
Terug naar boven Ga naar beneden
Nikolaj Rostov
Overleden
Nikolaj Rostov


Aantal berichten : 1123
Registration date : 04-07-08

[Vertaald]Boek IV: De Rechtspraak van de Kerk Empty
BerichtOnderwerp: Re: [Vertaald]Boek IV: De Rechtspraak van de Kerk   [Vertaald]Boek IV: De Rechtspraak van de Kerk Icon_minitimewo aug 12, 2009 10:24 pm

Citaat :
Exceptioneel Recht

Art 6. Inquisitie Tribunaal

1. De inquisiteurs zijn rondtrekkende rechters die handelen binnen het kader van de opdracht van hun ambt waarvan de voorwaarden publiekelijk bekend gemaakt zijn, in overeenstemming met artikel 6, subparagraaf 3.

2. De karindaal inquisiteurs benoemen en herroepen de inquisiteurs. In de Engelstalige Pauselijke Raad wordt de verantwoordelijkheid van de kardinaal inquisiteur uitgevoerd door de Roomse Kardinaal.

3. De kardinaals inquisiteur stellen de inquisiteurs aan om publiekelijk de motivaties bloot te leggen die leiden tot een toevlucht tot de exceptionele rechtspraak.

4. De inquisiteur neemt beslag op hetzelfde en leidt de instructie in het geheim. Hij voegt het bewijsmateriaal samen, ondervraagt de partijen en de getuigen en verzameld de getuigenissen. Hij oordeelt over de gepastheid van de voortzettingen, schrijft en zorgt voor de voordraging van de akte van beschuldiging. Een Officie die de zaak die de inquisiteur op zich heeft genomen behandeld wordt, volgens de wet, ontdaan van de zaken die het onderzoekt, ten voordele van de exceptionele rechtspraak.

5. De inquisiteur kan zijn toevlucht zoeken tot de inleidende vraag of de grote vraag, wanneer slechts de verklaring van de aangeklaagde het mogelijk maakt de schuld of de onschuld van de persoon vast te stellen. De toediening van de vraag zal geen resultaat hebben, noch in dood noch in enig blijvend gebrek.

6. De inquisiteur alleen zit de rechtzaak voor en spreekt de beschuldiging uit. Hij hoort, publiekelijk, het pleidooi van de verdediging die het recht heeft een advocaat in de arm te nemen onder dezelfde omstandigheden als die beschreven in artikel 3 subparagraaf 7.

7. Het totale dossier van lastgeving moet doorgegeven worden aan de verdediging als en wanneer dit verzocht wordt.

8. Het oordeel wordt uitgesproken door de inquisiteur en hoger beroep hiertegen is niet mogelijk. Desondanks, het is mogelijk dat de inquisiteur niet de natuur of zwaarte van de straf bepaald, maar dat dit gedaan wordt door het college van assessors, in overeenstemming met artikel 6 subparagraaf 10.

9. Als het de enige macht van oordeel heeft, buiten enige inmenging om, moet de inquisiteur, voor zover mogelijk, de uitvoering van de rechtzaak verenigen met de bischoppen van de bisdommen waartoe de territoriale bevoegdheid gerelateerd is, gedefinieerd door de akte van opdracht van de officieën.

10. Op het moment dat het oordeel van de inquisitie publiekelijk wordt gemaakt wordt er een college van assessors gevormd, bestaande uit: de kardinaal inquisiteur die zijn stempel drukte op de akte van opdracht, van een inquisiteur die niet geïnformeerd betreffende de zaak, nog hierover heeft geoordeeld en van de bisschop van het bisdom waar de rechtzaak heeft plaatsgevonden. Dit college heeft de verantwoordelijkheid te bepalen, op basis van het principe van de meerderheid, wat de geadviseerde aard en de zwaarte van de op te leggen straf zal zijn.

Art 7. De notulen van de rechtzaken die gehouden zijn voor de kerkelijke rechtbanken moeten verzameld en bewaard blijven in de dossiers van de congretatie van het onderzoek.

Art 8. De kardinaals inquisiteur garanderen hun voorkomen als een organisatie van de speciale diensten van de Kerk, in samenwerking met de Heilige Legers en de congregatie van de organisaties van de wereld.
Terug naar boven Ga naar beneden
 
[Vertaald]Boek IV: De Rechtspraak van de Kerk
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» [Vertaald]Aristoteles boek II - Panegyric I - Over de ziel
» [Vertaald]Het leven van Aristoteles, boek I hoofdstuk IV
» [Vertaald]Leven van Aristoteles: Boek I - Hoofdstuk III
» [Vertaald]Het Leven van Aristoteles: Boek I - Hoofdstuk VII
» [Vertaald]Boek der Deugden IV: Einde der Tijden; De Droom

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Kerkelijke Provincie Keulen :: De Bibliotheek :: Scriptorium-
Ga naar: