Na een lange en vermoeiende dag komt Anne aan in Keulen. Ze had onderweg de mis kunnen bezoeken en was erna meteen verder gereisd. Er waren zaken die veel te lang waren blijven liggen en nu echt eens boven water moesten komen. Uit haar naslagwerk bleek dat één van haar voorgangers in de positie van Minister van Onderwijs, Cultuur en Religie, in gesprek was geweest met de Diocesane raad. Een voorstel over het verwijderen van het kerkelijk recht uit de wetboeken zou besproken moeten zijn. Echter, enige schriftelijke overdracht daarvan alsmede de conclusies leken nu al meer dan 6 maanden in rook te zijn opgegaan. Op aanwijzen van de voormalig diaken van Rotterdam had ze haar biezen gepakt. Ze hoopte hier notulen of allerminst wat antwoorden te vinden waar ze mee verder zou kunnen. Na haar keel geschraapt te hebben klopt ze op de poort.
"Goedeavond! Het is Anne. Anne Sarah de Ligne. Ik kom u bezoeken als afgevaardigde van de raad van Holland. Ik geloof dat er wat documenten verloren zijn gegaan die mogelijkerwijs hier nog rondzwerven. "